Minimalisme

Dit onderzoek betreft de analyse van ‘minimalisme’ in kunst en architectuur om mijn positie ten opzichte van ‘minimalisme’ te bepalen. Sommige keuzes zijn gebaseerd op persoonlijke voorkeur om mijn stijl binnen het minimalisme te vinden, wat dit onderzoek sterk intuïtief maakt. De hoofdvraag luidt: Wat zijn de kenmerken en grenzen van minimalisme in kunst, architectuur en mijn eigen werk?

Het eerste deel van het onderzoek is een literatuurstudie, waarin de gedachtegang, kenmerken en historische perspectieven van minimalisme worden verkend. In het tweede deel van het onderzoek worden verschillende casestudy’s uitgevoerd. De cases zijn verdeeld in drie categorieën, namelijk kunst, architectuur en mijn eigen werk. Hierdoor kunnen de verschillende aspecten van minimalisme worden vergeleken. Uit de literatuur komen zes algemene thema’s naar voren: geometrie, vorm, herhaling, licht, materiaal en eenvoud. Deze zes thema’s worden geanalyseerd in de kunstwerken van Jan Schoonhoven en Joost Baljeu.

Om mijn voorkeuren binnen ‘minimalisme’ te ontdekken, worden alle kunstwerken geplaatst in een schema met twee assen: schoonheid en fascinatie. De analyse van dit schema toont aan dat de kunstwerken die zowel schoonheid als fascinatie in zich hebben, een duidelijk contrast vormen met de tegenovergestelde hoek. Bijvoorbeeld, ik geef de voorkeur aan precisie en verfijning in een kunstwerk, terwijl de kunstwerken in de tegenovergestelde hoek grover zijn. Ook is het belangrijk dat er een duidelijke richting in de organisatie van het werk is, waardoor het werk leesbaar wordt. Dit toont aan dat leesbaarheid essentieel is om een gereduceerd beeld te creëren en ook een van de grenzen van minimalisme vormt.

Vervolgens worden vier architectuurprojecten van architecten John Pawson en Vincent van Duysen geanalyseerd. Hieruit blijkt dat context, functie, details, licht en ruimtelijkheid meegenomen moeten worden in de analyse. De projecten aan de kant van schoonheid en fascinatie in het schema worden gekenmerkt door textuur en materialisatie, wat blijkt een van de belangrijkste elementen te zijn om mijn gewenste resultaat van een gereduceerd beeld te bereiken. Echter, de materiaalkeuze blijft achter in mijn ontwerpen. Een ander terugkerend kenmerk gedurende het hele onderzoek is de horizontale en verticale organisatie, die zichtbaar is in de plattegronden en doorsneden van mijn ontwerpen. Organisatie verbetert de leesbaarheid van de ontwerpen.

Uiteindelijk wil ik ‘minimalisme’ kunnen gebruiken als een leidend thema in mijn ontwerpen. Dit betekent dat bepaalde elementen, zoals materiaal en textuur, meer moeten worden geïntegreerd in het ontwerpproces. Ik streef er echter naar om een optimum te bereiken in schoonheid en fascinatie, en de kenmerken die ik heb gevonden zijn essentieel in het creëren van mijn stijl van ‘minimalisme’.